Discrimineren

We hebben hier met een groep van 14 hollandse vrouwen van 50 – 70 jaar, een hele discussie gehad over discriminatie.
Wat blijkt?

Wij schijnen niet te discrimineren op afkomst, huidskleur, sekse, seksuele voorkeur, leeftijd, handicap of ziekte, religie of intelligentie.
Wij hebben over het algemeen de instelling dat wat je achter je eigen voordeur doet, niemand iets aangaat, tenzij je iemand lichamelijk letsel toebrengt.
Dus je mag wat ons betreft elk geloof aanhangen, als tarzan en jane aan de chandelier hangen of naakt door het huis banjeren, zo dom zijn als het achtereind van een varken, of superintelligent zijn en er nog niets van snappen.

Maar wij trekken wel degelijk een streep.
Zodra iemand voor overlast zorgt is voor ons de grens snel bereikt.

Wij houden niet van diefstal en inbraak en vandalisme: blijf met je poten van andermans spullen af!
Wij houden niet van smeerlapperij: houdt de straten schoon (dus ook geen hondenpoep), niet alle graffiti is kunst, wildplassen is voor kleine kinderen, niet voor volwassenen, en breng je oude zooi gewoon zelf naar de gemeentereiniging.
Wij houden niet van kleineren, bewust kwetsen of iemand zwart maken, seksuele intimidatie, of van mishandeling: nee is nee, en blijf met je poten van andermans lichaam af!
Wij houden best van gezellige buurtfeestjes, maar niet elk weekend met knetterharde head-banging muziek.

Over het algemeen zijn wij redelijk tolerant.
Maar weet je waar we allemaal een hekel aan blijken te hebben?

Arrogant gedrag, drammerig en ongeduldig zijn, je beter voordoen dan je bent, altijd maar het slachtoffer uithangen, altijd kritiek hebben op anderen, het altijd beter willen weten, de waarheid verdraaien, je superieur voelen aan het andere geslacht, ikke, ikke, ikke, bemoeizuchtig zijn, anderen jouw mening opdringen.

Wil dit zeggen dat wij niet discrimineren? Ja wel hoor, wij discrimineren wel degelijk: wij hebben een verschrikkelijke hekel aan asociaal gedrag.

Dat groene gedoe

DENK HIER MAAR EENS OVER NA!!

Bij de kassa van een supermarkt stelt de jonge caissière mij voor, dat ik voortaan mijn eigen boodschappentas meebreng, in plaats van een plastic tas te kopen.
“Want plastic tassen zijn niet goed voor het milieu”, zo zegt ze.
Ik verontschuldig me en leg haar uit: “Wij hadden dat groene gedoe niet toen ik jong was!”
De caissière antwoordt:
“Ja, en dat is nou juist ONS PROBLEEM vandaag-de-dag: JULLIE generatie maakte zich niet druk om het milieu te sparen voor de toekomstige generaties!”

Ze heeft gelijk, onze generatie had dat groene gedoe niet in onze dagen.

Toen hadden we melk in flessen, frisdrank in flessen en bier in flessen, die we leeg en omgespoeld terug brachten naar de winkel.
De winkel stuurde deze dan terug naar de fabriek en in de fabriek werden deze flessen gesteriliseerd en opnieuw gevuld.
Wij deden echt aan recycling.

Maar we deden niet aan dat groene gedoe in die tijd!

Wij liepen trappen, omdat we niet over roltrappen en liften beschikten in elk gebouw.
Wij liepen naar de supermarkt en verplaatsten onszelf niet iedere keer in een 200 PK machine, als we 2 blokken verder moesten zijn.

Maar ze heeft gelijk: wij hadden dat groene gedoe niet in onze tijd!

Baby luiers gingen in de kookwas, omdat wegwerpluiers niet bestonden.
We droogden onze kleren aan de lijn en niet in een energieverslindende machine die continu 220 volt verbruikt.
Wind- en zonnen energie droogden onze kleren echt – vroeger, in onze dagen.
Kinderen droegen de afdankertjes van oudere broers en zussen en kregen geen gloednieuwe kleren.

Maar de jonge dame heeft gelijk! Wij hadden dat groene gedoe niet in onze tijd.

In die tijd hadden we – misschien – één tv of radio in huis en niet een op elke kamer.
De tv had een klein schermpje, ter grootte van een zakdoek en niet een scherm ter grootte van een kamerwand.
In de keuken werden gerechten gemengd en geroerd met de hand, omdat we geen elektrische apparaten hadden die alles voor ons deden.
Wanneer we een breekbaar object moesten versturen per post, dan verpakten we dat in een oude krant ter bescherming en niet in piepschuim of plastic bubbeltjes folie.
In die tijd gebruikten we geen motor maai apparaat op benzine als we het gazon maaiden.
We gebruikten een maaier die geduwd moest worden en functioneerde op menselijke kracht.
Wij sportten door te werken, zodat we niet naar een fitnessclub hoefden te gaan om op ronddraaiende loopbanden te gaan rennen, die werken op elektriciteit.

Maar ze heeft gelijk. Wij hadden dat groene gedoe toen niet.

Wij dronken uit de kraan wanneer we dorst hadden, in plaats van uit een plastic fles, die na 30 slokken wordt weggegooid.
Wij vulden zelf onze pennen met inkt, in plaats van elke keer een nieuwe pen te kopen.
Wij vervingen de mesjes van een scheermes, in plaats van het hele ding weg te gooien alleen omdat het mesje bot is.

Maar, wij hadden dat groene gedoe niet in onze tijd.

Mensen namen de trein of een bus en kinderen liepen of fietsten naar school in plaats van hun moeder als 24-uurs taxi servicedienst te gebruiken.
Wij hadden 1 stopcontact per kamer en niet een heel arsenaal aan stekkerdozen en verlengsnoeren om een dozijn apparaten van stroom te voorzien.
En wij hadden geen geautomatiseerde gadgets nodig om een signaal op te vangen van een satelliet die 2.000 mijl verderop in de ruimte hing, zodat we contact konden leggen met anderen om uit te vinden waar de dichtstbijzijnde pizzatent zich bevindt.

Maar is het niet in-en-in triest dat de huidige generatie klaagt over hoe verspillend wij ‘oudere mensen’ waren, gewoon omdat wij ‘dat groene gedoe’ niet hadden in onze tijd?

auteur onbekend